​​Alexander Schmorell ​ 

Duitsland
​​16.09.1917​ - ​​19.04.1943​
Alexander Schmorell, 1940 © Family Schmorell​

Alexander Schmorell werd geboren in Rusland maar groeide op in Duitsland. In de zomer van 1942 maakte en verspreidde hij samen met zijn studievriend Hans Scholl vier illegale pamfletten. Een tekst in het tweede pamflet, waarin de moord op Joden wordt veroordeeld als een misdaad tegen de menselijkheid, was geschreven door Alexander.

Alexander Schmorell werd geboren in Orenburg in Rusland. Zijn vader Hugo, een arts, kwam uit een Duitse familie die zich daar in de 19e eeuw had gevestigd. Zijn moeder Natalja was Russisch en stierf aan tyfus toen Alexander één jaar oud was. In 1920 hertrouwde zijn vader. 

Tijdens de Russische Burgeroorlog moest de familie het land verlaten en vestigde zich in 1921 in München. Alexander en zijn twee jongere broers en zussen groeiden tweetalig op en de Russische cultuur was een belangrijk onderdeel van hun opvoeding. 

Vanaf 1933 was Alexander lid van de nationaal-socialistische jeugdorganisaties. Na zijn schooltijd, in 1937, moest hij de arbeidsdienst vervullen en later moest hij bij de het leger: de Wehrmacht. Toen hij de verplichte eed van trouw aan Adolf Hitler moest afleggen, vroeg hij tevergeefs om ontslag uit de Wehrmacht. Zijn eenheid werd ingezet bij de invasie in Oostenrijk in 1938 en later tijdens de bezetting van Tsjecho-Slowakije. De discipline van het militaire leven stond haaks op zijn verlangen naar onafhankelijkheid en vrijheid.

In 1939 ging Alexander medicijnen studeren. Hij werd ingedeeld bij de Tweede Studentencompanie waar hij in juni 1941 Hans Scholl ontmoette en later ook Willi Graf. Ze raakten bevriend vanwege hun gedeelde interesse in kunst en literatuur en hun kritische houding tegenover het nationaal-socialisme. In juni en juli 1942 publiceerden Schmorell en Scholl vier verzetspamfletten “Blaadjes van De Witte Roos”.

Van eind juli tot oktober 1942 werden Schmorell en zijn vrienden van de Studentencompagnie gedwongen om als medische verplegers te dienen aan het Oostfront in de buurt van Moskou. Deze terugkeer naar het vaderland van zijn vroege jeugd, de ervaringen aan het front en het misdadige verloop van de oorlog, overtuigden hem om nog actiever te worden in het verzet tegen het naziregime.

Toen zijn verzetsvriend Hans Scholl en diens zus Sophie op 18 februari 1943 werden gearresteerd, besloot Alexander uit München te vluchten. Hij wilde zich te verstoppen in een kamp voor Sovjet krijgsgevangenen in de buurt van Innsbruck. Toen  mislukte, ging hij terug naar München waar hij op 24 februari in een schuilkelder werd verraden en overgedragen aan de Gestapo.

Het Volksgerechtshof veroordeelde Alexander Schmorell op 19 april 1943 ter dood, samen met Kurt Huber en Willi Graf. Het vonnis werd uitgevoerd op 13 juli toen Alexander werd onthoofd in de gevangenis van München-Stadelheim.