Boy Ecury

Aruba
23.04.1922 - 06.11.1944
Boy Ecury © Archivo Nacional Aruba

Boy Ecury uit Aruba – een Caribisch eiland dat door de Nederlanders was gekoloniseerd – studeerde in Nederland toen het land werd bezet. Hij hielp Duitse vrachtwagens en treinen te saboteren en raakte betrokken bij het gewapende verzet.

Zodra Nederland werd bezet door nazi-Duitsland, keerde Boy zich tegen het totalitaire, discriminerende regime van de bezetters. Samen met zijn vriend en medestudent uit Curaçao, Luis de Lannoy, werd hij meteen actief in het verzet.

Met zelfgemaakte brandbommen stak hij Duitse vrachtwagens in brand en al snel raakte hij betrokken bij andere vormen van verzet, zoals het helpen van neergeschoten geallieerde piloten. Boy bracht de piloten, verkleed als boerenjongens, op de fiets naar een contact aan de Belgische grens. Omdat Boy zwart was, viel hij op. Het nadeel hiervan was dat hij vaak werd aangehouden, maar gelukkig waren zijn papieren altijd in orde. Het voordeel was dat de vermomde piloten minder opvielen.

Tijdens de oorlog woonden er een paar duizend zwarte mensen uit Suriname en de Nederlandse Caribische eilanden in het door Duitsland bezette Nederland. Ze werden door de nazi’s als minderwaardig gezien, maar ze werden niet actief vervolgd.

In februari 1944 werd Luis de Lannoy gearresteerd. Boy probeerde hem uit de gevangenis te bevrijden maar dat mislukte. Een paar maanden later voerden Boy en enkele anderen een succesvolle aanval uit op een spoorlijn. “Het was pikdonker […]” legt een verzetsvriend van Boy uit. Ze maakten de bouten los die de spoorlijn op zijn plaats hielden, wat een moeilijke klus was. “De spanning werd bijna ondraaglijk. Toen gebeurde het. De enorme locomotief liep onder een regen van vonken uit de rails!”

Na de geslaagde sabotageaanval deed de politie een inval in Boy’s woning en moest hij vluchten. Hij wilde zich aansluiten bij een groep verzetsstrijders in Amsterdam, maar die vonden dat zijn zwarte huidskleur teveel opviel. Teleurgesteld zwierf Boy rond, totdat hij werd opgevangen door een groep in Den Haag. Hij voelde zich angstig en vervolgd, maar bleef actief. “Ik heb geen vrouw en geen kinderen. Als ik niet help, wie dan wel?”

Begin november 1944 werd Boy op straat herkend en gearresteerd. Tijdens de lange, gewelddadige ondervragingen liet hij niets los en bleef strijdlustig, hij zei: “Ik zal tegen jullie blijven vechten.”

Boy werd op 6 november 1944 geëxecuteerd. Na de oorlog werd zijn lichaam herbegraven op Aruba. Zijn vriend Luis de Lannoy overleefde de oorlog.