De familie Zalcman 

Polen/België

Szlama Zalcman,
1905-04-08 — 1976
Hena Resia Zalcman,
1905-10-25 — 1943-01-18
Josephine Zalcman,
1931-11-05 — 1943-01-18
Henry Herbert Zalcman,
1935-03-23 — 1943-01-18
Familie Zalcman aan zee, België, ca. 1939. © Lucien Zalcman

Szlama en Hena Zalcman waren een Joods echtpaar uit de regio Lublin dat voor de oorlog een gezin stichtte in Antwerpen. Ze hadden twee kinderen. Szlama overleefde de oorlog, maar zijn familieleden werden gedeporteerd naar Auschwitz, waar ze in 1943 werden vermoord. 

Szlama Zalcman werd in 1905 geboren in Józefów aan de rivier de Wisła. Voor zijn werk verhuisde hij naar Lublin, waar hij een meisje uit de straat Grodzka ontmoette, genaamd Hena Resia Rajsfeld. In 1929 vertrok Szlama naar België; Hena volgde hem spoedig. De twee trouwden op 9 december 1930 in Antwerpen en kregen al snel twee kinderen: Josephine (geboren in 1931) en Henry Herbert (1933). Hena’s moeder, Ruchla Rajsfeld, trok permanent bij hen in vanuit Lublin. 

Szlama werkte als elektricien terwijl Hena voor het huis zorgde. Hun dagelijks leven is vastgelegd op de bewaard gebleven foto’s: vakanties aan zee, ceremoniële bijeenkomsten aan de feesttafel. Een liefdevol gezin waarvan het vredige bestaan abrupt werd onderbroken door de Duitse troepen die in mei 1940 België binnenvielen. 

Het lot van de Zalcmans in de eerste twee jaar van de oorlog is onbekend. Een spoor van de familie komt alleen voor in documenten uit de archieven van Kazerne Dossin – Memoriaal, museum en onderzoekscentrum. Dit centrum is gevestigd in het voormalige doorgangskamp voor Joden in Mechelen, het enige in zijn soort in België. Op de bewaard gebleven gevangenen- en transportlijsten staan de namen van Hena, haar kinderen en haar moeder. Zij werden onder onbekende omstandigheden gearresteerd en op 5 december 1942 in de barakken van de Kazerne Dossin geregistreerd. Hena (37 jaar), Josephine (elf jaar), Henri (negen jaar) en Ruchla (69 jaar) werden in januari 1943 samen met meer dan 600 andere gevangenen ingedeeld in transport nummer 19 naar Auschwitz. Elke gedeporteerde kreeg 900 gram brood, 150 gram honingvervanger, 25 gram boter en 50 gram worst voor de reis. Het was de laatste passagierstrein met gevangenen die Mechelen verliet. Voor de volgende negen transporten werden goederenwagons gebruikt. 

Op 18 januari kwam de trein aan in Auschwitz. Na de eerste selectie werden de meeste mensen, waaronder 90% van de vrouwen, onmiddellijk vermoord in de gaskamers. Tussen 4 augustus 1942 en 31 juli 1944 werden meer dan 25.800 in België wonende Joden (niet-burgers) uit de Kazerne Dossin getransporteerd om te worden vermoord. 

Szlama Zalcman overleefde de oorlog. Na afloop vertrok hij naar Australië, waar hij een nieuw gezin stichtte. Hij vertelde zijn zoon, geboren in 1950, nooit over zijn oorlogservaringen of zijn eerste gezin. Uit oude foto’s en documenten die pas na de dood van zijn vader werden gevonden, vernam Lucien Zalcman dat hij een halfzus en een halfbroer had die in de Holocaust waren omgebracht. 

De animatie is het resultaat van een samenwerking met St. Joost School of Art & Design in Den Bosch en Breda.