Johan Snoek hielp onderduikers. Toen hij en zijn familie in september 1944 door de Slag om Arnhem uit hun huis werden verdreven, trokken ze in bij hun tantes. Johan zette zijn verzetswerk voort en hielp een Britse generaal het front over, terug naar zijn troepen.
Johan was bijna 20 jaar oud toen Nederland werd bezet. Geleidelijk raakte zijn familie betrokken bij het verzet. Johan kwam uit een gereformeerd protestants gezin en zag de oorlog als een strijd tussen goed en kwaad. In zijn dagboek schreef hij over zijn verzetswerk: “Je zou je zelfrespect verliezen als je het niet zou doen.” Het gezin verborg een Joods kind in hun huis en Johan organiseerde onderduikadressen elders. Tijdens de Slag om Arnhem stond hun huis midden in de frontlinie. De familie moest bij hun drie tantes intrekken.
De Britse generaal John Hackett was zwaargewond geraakt tijdens de Slag om Arnhem en zat vast in het bezette deel van Nederland. Hackett dook onder bij Johan en zijn gezin. Het was geen gemakkelijke situatie, want er waren grote voedseltekorten en de familie Snoek was ook te gast in het huis van hun tante. Maar Hackett en de familie konden het goed met elkaar vinden.
Nadat Hackett hersteld was van zijn verwondingen, stond hij te popelen om terug te keren naar zijn troepen. In januari 1945 hielp Johan hem De Biesbosch te bereiken, een natuurgebied met veel beken en moerassen dat een vluchtroute bood naar het bevrijde deel van Nederland. Ze vertrokken op de fiets, Hackett droeg een speld die aanduide dat hij slechthorend was. Het was een manier om te verbergen dat hij geen Nederlands kon spreken als hij door Duitse troepen zou worden aangesproken.
Na een tocht van enkele dagen slaagden twee leden van het verzet erin Hackett per kano in bevrijd gebied af te leveren. Een week later hoorde Johan het gecodeerde bericht op Radio Oranje: ” The grey goose has gone.” Dat betekende dat Hackett met succes de oversteek had gemaakt!
Na de nederlaag in de Slag om Arnhem doken zo’n 350 geallieerde troepen onder in het gebied, waarvan er minstens 145 door het Nederlandse verzet werden teruggebracht naar bevriende linies. Er waren 374 ‘Biesbosch-oversteken’, waarvan de meeste geallieerde soldaten waren die probeerden zich weer bij hun eenheden te voegen in bevrijd gebied. Voorraden zoals medicijnen werden in omgekeerde richting vervoerd, naar bezet Nederland.