Leer meer over
#Italië
Tussen het voorjaar en de zomer van 1944 veranderde het gebied Versilia in Toscane in het strijdtoneel van drie verschillende partijen. Aan de ene kant het nazileger en de militante fascisten in de pas opgerichte Repubblica di Salò. Aan de andere kant de Italiaanse partizanen, geleid door het Comitato di Liberazione Nazionale (CLN, Nationaal Bevrijdingscomité) dat werd gesteund door de geallieerden.
Op 12 augustus 1944 werd het dorpje Sant’Anna di Stazzema omsingeld door het 2e Bataljon van de 16e SS-Panzergrenadier-Division Reichsführer SS, vergezeld door Italiaanse munitiedragers, die vervolgens een ‘zuiveringsoperatie’ begonnen. Hun doel was de eliminatie van burgers die na de aankondiging van de Italiaanse wapenstilstand (8 september 1943) door de nazitroepen werden beschouwd als verraders en potentiële bondgenoten van de partizanen. De nazisoldaten pakten burgers op in stallen, huizen, velden en op het kerkplein. Naar schatting werden zo’n 400 mensen vermoord – exacte aantallen zijn nooit achterhaald. De meeste slachtoffers waren vrouwen, kinderen en ouderen. Zodra duidelijk werd dat de nazi’s in het gebied oprukten, vertrokken de meeste mannen uit het dorp.
Veel slachtoffers kwamen uit andere Toscaanse dorpen of steden. Onder hen bevonden zich mensen die naar Sant’Anna waren getrokken nadat de nazi’s Italië hadden bezet in de nasleep van de afzetting van Benito Mussolini als regeringsleider op 25 juli 1943 en de ondertekening van de Italiaanse wapenstilstand. De burgers hadden hun toevlucht gezocht in Sant’Anna in afwachting van het einde van de oorlog. Na de oorlog en de overgang naar de Republiek Italië is niemand berecht voor de gebeurtenissen in het dorp, ondanks de onderzoeken die tussen 1944 en 1946 door de Engels-Amerikaanse en Italiaanse autoriteiten werden uitgevoerd. Tijdens de processen tegen de nazicommandanten Albert Kesselring (1947), Max Simon (1948) en Walter Reder (1951) werd het bloedbad van Sant’Anna di Stazzema genoemd onder de aanklachten, maar werd er geen duidelijkheid gegeven over de identiteit van de daders. Na vijftig jaar vond magistraat Antonio Intelisano in het Romeinse hoofdkwartier van de militaire magistratuur 700 vergeten dossiers over het onderzoek naar oorlogsmisdaden. In 1996 werd het onderzoek naar het bloedbad eindelijk heropend. Tussen 2004 en 2005 werden tien voormalige Duitse officiers veroordeeld door de militaire rechtbank in La Spezia.
Doordat het geweld van de nazi’s de kleine gemeenschap in zijn geheel trof, zijn de levensverhalen van alle slachtoffers met elkaar verbonden. Elk verhaal vormt een herinnering aan alle levens die getroffen werden door de wreedheden van de oorlog.
Informatie
Via Coletti, 22
55040 Sant’Anna LU
Italië